Aan een snoeischaar heb je niets als je dikke takken wilt weghalen. Een takkenschaar klaart deze klus wél.
Dit type snoeischaar heeft langere armen en een grotere bek dan een gewone snoeischaar. Takkenscharen zijn er in twee soorten.
De eerste heeft als bek een stomp oppervlak waar het mes tegenaan komt: een aambeeld. Het andere type heeft een bek met twee messen, die over elkaar heen glijden zoals bij een schaar.
Van beide soorten zijn er modellen met armen die uitgeschoven kunnen worden, zodat je verder kunt reiken en meer kracht kunt zetten.
Dat is handig, maar er zit ook een grens aan. Bijvoorbeeld als je ver met je armen omhoog staat.
Welke takkenschaar knipt het best?
Een schaarmodel vinden wij soepeler door de takken snijden, terwijl het aambeeldmodel meer knijpt.Wij geven duidelijk de voorkeur aan een schaarmodel boven een aambeeld model.
Hierdoor kan het uiteinde van de tak gekneusd raken.
Bovendien komt het mes steeds op het vlakke aambeeld terecht, waardoor dit type schaar sneller bot wordt.
Een schaar met een puntige bek werkt over het algemeen beter dan met een brede bek. waarmee je minder makkelijk langs in de weg zittende takken kunt manoeuvreren.
Ook een Takkenschaar behoeft onderhoud
Goed onderhoud, zoals droogmaken na gebruik, is belangrijk. Scharen roesten namelijk in meer of mindere mate. Het belangrijkste van een snoeischaar en dus ook een takkenschaar is een vlijmscherp mes. ‘Een goede, scherpe schaar is het halve werk.
Bij veel snoeiwerk kun je een aanzetsteentje bij de hand houden, zodat je tussendoor de schaar even kunt scherpen. Koop een model takkenschaar met zo weinig mogelijk scharnieren en draaipunten. Hoe meer er kan draaien en bewegen, des te meer kan de schaar slijten.
Tegenwoordig zie je takkenscharen met wel 4 draaipunten. Die zorgen er dan wel weer voor dat je minder kracht hoeft te zetten.’
Tips voor het werken met een takkenschaar
Een aantal tips om het snoeiwerk te verlichten. ‘Schuin knippen gaat gemakkelijker dan haaks op de tak. Dat laatste kost zeker 3 keer zo veel energie. Daarnaast moet je ervoor zorgen dat je goed bij de tak kunt, die je wilt knippen. Strek je arm dus niet te ver uit en werk niet boven je macht.
Pak zo nodig een trapje, zet deze stevig op de tuintegels om beter bij een tak te kunnen. Natuurlijk moet je bij het snoeien altijd flink knijpen, maar probeer toch vooral de schaar het werk te laten doen.
Takken tot max. 5 centimeter geen probleem
De ene mens is sterker dan de andere, maar de grens voor een takkenschaar ligt op takken met een doorsnede van 4 tot 5 centimeter.
Bij dikkere takken kun je beter een zaag gebruiken. Als je even pauzeert tijdens het snoeien, steek de takkenschaar dan niet in de grond, dat is vragen om beschadigingen.
Door zandkorreltjes ontstaan er krassen en wordt een schaar snel bot. ‘En na gebruik? Maak de schaar met een doek goed schoon en droog. En doe, voordat je de schaar opbergt, een druppeltje olie op de scharnieren.’