De Japanse gouden esdoorn ‘Aureum’ slaat zelfs in kleinere tuinen een goed figuur met zijn fijn blad en schilderachtige groeiwijze.
De Japanse Gouden Esdoorn ‘Aureum’ (Acer shirasawanum ‘Aureum’) betovert met zijn exotische charme in onze tuinen. De bizarre groeivorm maakt de plant net zo’n blikvanger als de bonte herfstkleuren. Omdat de bomen maar enkele centimeters per jaar groeien, is de Japanse gouden esdoorn ook geschikt om kleinere tuinen te versieren. De kleine in de handel verkrijgbare planten doen er bijna 100 jaar over om uit te groeien tot een statige boom van 6,5 meter hoog.
Oorsprong van de Japanse gouden esdoorn
Het natuurlijke verspreidingsgebied van de Japanse gouden esdoorn is beperkt. De wilde soort, de Shirasawasdoorn, komt alleen voor op de Japanse eilanden Shikoku en Honshu. Botanici werden zich pas betrekkelijk laat bewust van de planten. De eerste schriftelijke vermelding van de Japanse gouden esdoorn vinden we in een publicatie van de Universiteit van Tokio uit 1911. Alleen de hier beschreven geelbladige ‘Aureum’ heeft als plant zijn weg naar de Europese tuinen gevonden.
Japanse gouden esdoorn ‘Aureum’ (Acer shirasawanum ‘Aureum’)
Groeisnelheid: 10 – 15 cm per jaar
Groeihoogte: 400 – 650 cm
Groeibreedte: 400 – 650 cm
Wortelgestel: ondiepe wortelaar
Habitat: Gedeeltelijke schaduw tot schaduw
Bodem: humeuze tuinaarde, goed gedraineerd
Gebruik voor de Japanse gouden esdoorn
De gouden esdoorn verrijkt het beeld in de Japanse tuin. Sfeervolle contrasten creëer je met de roodbladige waaieresdoorn of de groenblijvende meidoornden. Zorg er bij de inrichting van de tuin voor dat de gouden esdoorn voldoende ruimte heeft om in de loop der jaren zijn uitgespreide kroon te ontwikkelen.
Tip: De Japanse gouden esdoorn wordt tot 6,5 meter hoog en groeit in dezelfde mate in de breedte.
Het wortelgedeelte van de plant kan decoratief beplant worden. Dit moet echter pas gedaan worden als de Japanse gouden esdoorn goed gewend is geraakt aan zijn standplaats. De bodemeisen van deze struik zijn bijna dezelfde als die van de rododendron. Daarom wordt hij het best in groepen geplant.
Tip: De Japanse gouden esdoorn staat ook mooi in een voldoende grote plantenbak.
De juiste plaats vinden voor de Japanse gouden esdoorn
De keuze van de plaats vereist een beetje fijngevoeligheid. De planten voelen zich het best thuis in beschutte gedeeltelijke schaduw. Intens zonlicht kan de bladeren doen verbranden. Als de Japanse gouden esdoorn daarentegen in te veel schaduw staat, worden de bladeren groen.
Een beschutte plaats van heggen, muren of andere houtige planten is ook gunstig. Open en winderige plaatsen zijn minder geschikt voor de Japanse gouden esdoorn.
De struiken zijn bij voorkeur solitaire planten die heel goed in bosjes of heestergroepen geïntegreerd kunnen worden. Een bijzonder contrastrijk beeld ontstaat in combinatie met donkerbladige planten.
Voorkeursplaatsen voor de Japanse gouden esdoorn:
Japanse tuin
Rotstuin
Heidetuin
grenzen
Vijverrand
Een beschutte standplaats is belangrijk voor de winterhardheid van de Japanse gouden esdoorn. Jonge planten hebben enige tijd nodig om aan hun nieuwe plaats te acclimatiseren.
Voorkeur voor beplanting van buren:
Rhododendron
Japanse esdoorn
Waaieresdoorn
Azalea’s
Magnolia’s
De Japanse gouden esdoorn houdt van een hoge luchtvochtigheid. Daarom verdient een plaats bij een vijver of aan de oever van een beek de voorkeur.
Het ideale substraat voor de Japanse gouden esdoorn kiezen
Japanse esdoorns zijn over het algemeen vrij tolerant voor de bodemgesteldheid. Wel is het belangrijk om een frisse en goed doorlatende bodem te voorzien. Een zanderig en humusrijk substraat verdient de voorkeur. De planten zijn gevoelig voor kalk en vinden het moeilijk te gedijen in een zware en vochtige kleigrond.
Daarom moet in de bodem voor een goede afwatering worden gezorgd. Zo kan giet- en regenwater beter weglopen en zich niet ophopen in de grond of in de plantenbak. Het zandgehalte moet overheersen. Klei maakt maar een klein deel uit van het ideale substraat.
Tip: Als de grond te weinig voedingsstoffen bevat, helpt het bijmengen van bladcompost.
Als het substraat over het algemeen vochtig is, moet het plantgat ongeveer een halve meter diep gegraven worden. Een drainagelaag van grind van minstens tien centimeter dik moet op de grond worden gelegd. Dit ondersteunt de drainage van de grond.
Om te voorkomen dat de bladeren van de Japanse gouden esdoorn uitdrogen, moet het gebied rond de wortel met mulch bedekt worden.
Het is nuttig om de pH waarde in de grond te controleren. De waarden moeten tussen 4.5 en 7 liggen. Als het substraat te zuur of te basisch is, zal de houtige plant zich niet naar wens kunnen ontwikkelen.
Het planten van de Japanse gouden esdoorn
De Japanse gouden esdoorn wordt bij voorkeur in het voorjaar geplant, want de jonge planten zijn gevoelig voor vorst.
Er zijn een paar dingen die je in gedachten moet houden bij het planten:
- Verdichte grond moet losgemaakt worden. Hiervoor kan zand of humus gebruikt worden.
- De plant moet niet te diep in de grond geplant worden.
- Op zware bodems is het aan te bevelen op een kleine heuvel aarde te planten.
- Het substraat moet na het water geven met schorscompost gemulleerd worden.
- Het gebied rond de plant moet onkruidvrij gehouden worden.
Japanse gouden esdoorn als bonsai kweken
De Japanse gouden esdoorn is ook geschikt om als bonsai te worden gekweekt. Niet in de laatste plaats is de langzame groei van de houtige planten hier bevorderlijk voor.
Locatie: Gedeeltelijke schaduw, beschut tegen wind, vorstvrij.
Vormgeving: alle stijlen behalve cascade en bezem
Water geven: geef gelijkmatig water met regenwater, geen waterverzadiging
Bemesten: na het ontluiken 14 dagen met vloeibare meststof
Verpotten: om de twee tot drie jaar in het voorjaar
Snoeien: Snoei in het voorjaar de eerste scheut terug, knijp vanaf augustus.
Bedrading: Eind mei, één tot twee jaar oude takken.
Na ongeveer tien jaar zal de bonsai een aantrekkelijke groeiwijze vertonen. Oudere exemplaren hoeven maar om de vier tot vijf jaar verpot te worden.
De Japanse gouden esdoorn correct water geven en bemesten
Regelmatig water geven aan de Japanse gouden esdoorn mag niet verwaarloosd worden, vooral in de eerste paar jaren. Het substraat mag niet uitdrogen. Het water wordt direct op de wortelzone aangebracht.
Tip: De Japanse gouden esdoorn wortelt ondiep en kan daarom geen vocht uit de onderste bodemlagen opnemen.
De plant mag niet door de bladeren worden bewaterd. Deze kunnen snel verbranden door blootstelling aan zonlicht. Op warme dagen kun je het beste ’s morgens en ’s avonds water geven.
Tip: Een mulchlaag van bladeren of rijshout helpt om het vocht minder snel uit het substraat te laten ontsnappen en de plant niet te laten uitdrogen.
Om de groei van de plant te bevorderen, kan in het voorjaar hoornschaafsel aan het substraat worden toegevoegd, of bij het planten direct in de grond. De hobby tuinier moet voorzichtiger zijn met compost, want de hoge pH waarde van het organische materiaal kan de plant schaden.
Opgelet: Overbemesting moet vermeden worden. Dit maakt de planten vatbaarder voor ziekten en maakt ze minder winterhard.
Snoeien van de Japanse gouden esdoorn
De Japanse gouden esdoorn hoeft niet per se gesnoeid te worden. Een vormsnoei wordt echter zonder problemen verdragen. De groeihoogte kan desgewenst ook beperkt worden door passende snoeimaatregelen.
Dode scheuten moeten regelmatig verwijderd worden om de groei te bevorderen. Tussen eind mei en eind juni is een goede tijd om de Japanse gouden esdoorn te snoeien.
Tip: Snoeien is altijd een risico voor schimmelinfecties. Gebruik scherp en schoon snoeigereedschap en behandel de wonden met boomwas.
Het stekken van de Japanse gouden esdoorn
Het voortplanten van deze houtige plant hoort in de handen van vakmensen. Gangbare methoden zijn enten door middel van laterale vetersluiting en laterale slab-on. Zaailingen van de Japanse esdoorn worden gewoonlijk gebruikt als onderstammen voor het enten. In augustus wordt de ent aan de onderstam vastgemaakt. De planten overleven de winter in een verwarmde kas.
Overwinteren van de Japanse esdoorn
De eerste twee jaar zijn de jonge bomen gevoelig voor de winter en moeten ze met tuinvlies beschermd worden. Water geven op vorstvrije dagen is ook belangrijk.
Oudere planten hebben buiten geen winterbescherming nodig. Potplanten op barre plaatsen kun je beter binnenshuis koel en donker houden voor de winter. Vorstbescherming is meestal nodig als je potplanten buiten houdt, want het gevaar bestaat dat de plantenbak doorvriest.