Voor veel huiseigenaren is een elektrische installatie in de buitenruimte tegenwoordig een onderdeel van de normale uitrusting van een huis. Elektriciteit in de tuin betekent licht, comfort en maakt het werk ook makkelijker. Al bij de planning moet rekening worden gehouden met bijvoorbeeld de verlichting van het terras en de paden, de vijverpomp en de vele hulpmiddelen voor het tuinieren, zoals grasmaaiers, heggenscharen of verticuteermachines.
Voor de tuin moet, afhankelijk van de grootte van het perceel, vloer- of wandlampen buiten het huis worden geïnstalleerd. Ook in dit geval raden wij aan om met een bewegingsmelder te schakelen. Ten eerste om de weg te verlichten voor de gasten en ten tweede om ongenode personen die uw huis naderen af te schrikken. Voor de terrasverlichting adviseren wij een bedieningsschakelaar op de terrasdeur.
Direct op de muur van het huis moet u twee stopcontacten plannen voor de aansluiting van elektrische apparaten. Anders is een “energiezuil” een praktische oplossing gebleken voor gebruik buitenshuis. Het bevat stopcontacten voor verschillende elektrische apparaten.
De kolommen kunnen stabiel worden gemonteerd op vrijwel elk buitenoppervlak en worden rechtstreeks aangesloten op de elektrische 230-volt installatie van het huis – via kabels die in de grond worden gelegd.
Neem de voorschriften in acht!
De elektrische installatie in de buitenruimte wordt blootgesteld aan weersomstandigheden en hogere belastingen dan in een huis of appartement. Daarom gelden er speciale voorschriften bij de keuze van de onderdelen en bij het beveiligen van de buitenruimte.
Elektrische apparaten, componenten en kabels moeten daarom speciaal worden beschermd. Daarom mogen alleen geschikte elektrische componenten met beschermingsklasse IP44 en hoger worden gebruikt. De IP-code geeft aan hoe goed de elektrische componenten beschermd zijn tegen vocht en vreemde voorwerpen. IP44 betekent bescherming tegen nattigheid en spatwater.
Bovendien moeten de elektrische installaties buitenshuis in een aparte kringloop staan. De toevoerleiding voor buitengebruik moet daarom apart in de verdeelkast worden geschakeld. Bovendien moet het stroomcircuit voor gebruik buitenshuis worden beveiligd met een eigen aardlekschakelaar (RCD), die de stroomtoevoer in enkele seconden onderbreekt in geval van nood (zoals bij het doorknippen van een kabel).
Aansluiting via ondergrondse kabel
De elektrische installatie in de buitenruimte is verbonden met een ondergrondse kabel. De aanduiding is NYY-J. Bij een normale installatie moet elke kern een doorsnede hebben van minimaal 1,5 mm². Dergelijke kabels worden dan beschermd met een 16 ampère (A) automatische stroomonderbreker. Sterkere belastingen, bijvoorbeeld op een houtkloofmachine, een bladblazers, tuinslang of ander gereedschap, moeten met sterkere kabels worden verbonden. Hier wordt minimaal 2,5 mm² voorgeschreven.
Het is raadzaam om een plan te maken waar de ondergrondse kabel moet lopen. Waar bijvoorbeeld lampen moeten worden geplaatst of stroomaansluitingen nodig zijn. Of waar andere consumenten zich bevinden. Met het oog op de toekomst is het ook raadzaam om lege leidingen te leggen waarin later eventueel nog meer kabels kunnen worden gelegd.
De ondergrondse kabel is in de elektrische distributie van het huis aangesloten met eigen automaten en een aparte aardlekschakelaar. Voor de aansluiting gelden ook hier alle veiligheidsmaatregelen van een elektrische aansluiting!
Het is niet zonder reden dat de installatie van elektrische systemen een van de ambachtslieden in Nederland vereist. Dit betekent dat de elektrische installatie moet worden uitgevoerd door een vakman. Als u als vakkundige doe-het-zelver toch een deel van het werk van een elektricien wilt uitvoeren, dan is het absoluut noodzakelijk om dit vooraf met een gespecialiseerd bedrijf te regelen.
De kabeldoorvoer door de buitenmuur van het huis gebeurt door een geschikt gat te boren. Het gat met de kabel moet weer gesloten worden. Acryl uit de cartridge is hiervoor geschikt.
BELANGRIJK: Als de kabel aan de buitenmuur van bovenaf in de richting van het gat loopt, moet de kabel de vorm van een U voor de wanddoorvoer hebben (een “waterzak” genoemd). Daarbij wordt de kabel eerst enkele centimeters dieper dan het gat gelegd en vervolgens weer naar boven gebogen. Zo dat de kabel van onderaf in het gat wordt geleid. Dit voorkomt dat er water langs de kabel naar beneden stroomt en in het gat terechtkomt.
Er wordt een sleuf van minstens 60 centimeter diep gegraven voor de ondergrondse kabel. De bodem van de sleuf wordt gevuld met een ongeveer 10 cm hoge laag zand. De kabel wordt bovenop de zandlaag gelegd.
BELANGRIJK: Gebruik PVC-leidingen voor de kabels. Dit heeft drie voordelen:
a) de ondergrondse kabel is weer beschermd;
b) de kabel kan in geval van een defect worden vervangen zonder dat deze opnieuw moet worden opgegraven;
c) nog een lege buis en indien nodig kan op elk moment zonder enige moeite een andere kabel worden gelegd.
Als de kabel eenmaal gelegd is, wordt deze bedekt met een tweede, tien centimeter dikke laag zand. De bovenste laag zand is bedekt met speciale kabelafdekkingen, die verkrijgbaar zijn in bouwmarkten of bij goed gesorteerde elektriciens.
Tot slot wordt er een waarschuwingstape over de kabelkappen gelegd. Dit heeft de functie om tijdens grondwerkzaamheden aan te geven dat er op dit punt een elektrische leiding loopt en dat uiterste voorzichtigheid geboden is. Eindelijk wordt de aarde weer ingevuld.
De elektrische componenten worden aangesloten volgens de desbetreffende gebruiksaanwijzing. Ook hier moeten alle veiligheidsvoorschriften in acht worden genomen bij het maken van elektrische aansluitingen!