Home Hoveniers De juiste manier van tuin besproeien

De juiste manier van tuin besproeien

Om je gazon en bloembedden de hele zomer groen en gezond te houden, is een goede bewatering van de tuin essentieel. We hebben hier belangrijke tips, adviezen en uitrusting voor je op een rijtje gezet.

Als je je tuin goed wilt bewateren, zijn er een paar basisdingen waar je rekening mee moet houden.

Belangrijke tips voor tuinirrigatie

Allereerst is het natuurlijk belangrijk om de juiste planten op de juiste plaatsen te laten groeien. Zo is het bijvoorbeeld niet aan te raden om planten die veel water nodig hebben op drogere plaatsen te laten groeien.
Verder is het aan te bevelen regenwater te gebruiken in plaats van leidingwater, dat erg kalkhoudend kan zijn. Een artikel over het juiste gebruik van regenwater vind je hier.

De beste tijd om je grond en planten water te geven is ’s avonds, ’s morgens vroeg of ’s nachts. In deze tijden is het zonlicht het laagst en verdampt het water niet direct, maar heeft het voldoende tijd om in de grond door te dringen en de wortels te bereiken.

Dit voorkomt ook dat de zonnestralen als een brandglas werken en door de invallende zonnestralen brandwonden op de planten veroorzaken. Hoe dichter bij de grond je irrigeert, hoe minder water er verloren gaat. Als het water niet in de bodem komt, maar alleen de planten nat maakt, verdampt het direct van daaruit.

De belangrijkste bewateringstijden liggen tussen begin mei en half september. In deze tijd moet je gemiddeld 3 tot 4 dagen per week irrigeren.

Na het besproeien

Na elke watergift moet je de grond controleren, die idealiter tot een diepte van ongeveer 20 cm doorweekt moet zijn. Pas geplante planten hebben begrijpelijkerwijs meer water nodig.
Even belangrijk voor een geslaagde besproeiing is de juiste slang. Goedkopere slangen zijn erg licht, maar ze zijn gemaakt van vezelversterkt plastic, dat de neiging heeft te knikken en alleen boven 10 ºC buigzaam is. Betere slangen zijn gemaakt van plastic.

Betere zijn van rubber, dat duurder en zwaarder is, maar niet knikt en zeer buigzaam is. Slangen van hoge kwaliteit zijn gemaakt van verschillende lagen, waardoor ze redelijk vorstbestendig maar toch soepel zijn.

Slangen kunnen ook verschillende druksterktes hebben, waarbij 20 bar bij 20 ºC gebruikelijk is. Er zijn allerlei verschillende slangenwagens en haspels, en ook muurbeugels, waarmee je je slangen opgerold kunt opbergen, zodat ze tijdens het opbergen niet knikken of zelfs broos worden.

Gereedschap om goed water te geven

Er zijn veel verschillende manieren en methoden om de tuin goed te bewateren. Om je bloemen handmatig te bewateren, kun je beter sproeiers of sproeiers gebruiken, die je gemakkelijk met een tuinslang op de kraan kunt aansluiten. Je kunt kiezen uit verschillende soorten, waarbij je in de meeste gevallen ook de vormen van de waterstraal kunt veranderen.

Een mobiele sproeier is geschikt voor eenvoudige gazonbesproeiing. Gazonsproeiers zijn vooral geschikt voor grote oppervlakten die in korte tijd veel water nodig hebben. Hier kun je kiezen tussen rechthoekige of bolvormige sproeiers, afhankelijk van de vorm van je perceel. Voor schuine plekken kun je gewoon je toevlucht nemen tot een sproeier.

Als je het water direct naar de plant wilt brengen en zo weinig mogelijk water wilt verspillen, gebruik je micro-irrigatiesystemen. Natuurlijk kun je dit irrigatiesysteem voor je tuin ook zelf bouwen. Het is een goedkoper alternatief, maar een beetje tijdrovend.

Hier zijn wat aanwijzingen:

Bouw je eigen micro-irrigatiesysteem

Je hebt nodig:

  • een of meer tuinslangen van voldoende lengte
  • een tuinpomp (niet nodig als je een waterput hebt)
  • een timer

Instructies:

  1. Leg allereerst de tuinslang aan. Deze moet van goede kwaliteit zijn en, in het beste geval, enigszins verborgen lopen.
  2. Afhankelijk van waar je het water uit wilt laten komen, prik je kleine gaatjes in de slang (d.w.z. waar de planten staan die water moeten krijgen).
  3. Plaats de slang zo dat de gaten naar de grond gericht zijn. Zo gaat er geen water verloren en komt het terecht waar het hoort.
  4. Verbind het uiteinde van de waterslang met een waterkraan of pomp (een pomp met een retoursysteem is ideaal, zodat er geen lucht in het systeem komt).
  5. Installeer de timer. (Als je er geen wilt installeren, moet je de kraan aanzetten voor je water geeft, of hem een beetje de hele dag laten staan, maar dan geef je de planten de hele dag water. Je kunt ook de waterdruk instellen en bepalen of het water met druk uit de slang moet komen of in druppelvorm).