Home Hoveniers 5 tips voor het besproeien van de moestuin

5 tips voor het besproeien van de moestuin

Gezien de steeds drogere zomers kan bijna geen enkele groentetuin zonder kunstmatige bevloeiing. Met deze 5 tips kunt u zich verheugen op een goede oogst.

1. sproei groenten in de ochtend

Uw planten in de moestuin vroeg in de ochtend van water voorzien heeft verschillende voordelen: u heeft relatief weinig verdampingsverlies omdat de grond nog koel is en de zon nog niet hoog aan de hemel staat. Bovendien wordt het oppervlak van de bodem vaak nog bevochtigd door de ochtenddauw, waardoor het water bijzonder goed wegsijpelt. Een ander voordeel is dat de planten geen last hebben van koude schokken door de koelte in de ochtend, ondanks het koude water. Degenen die problemen hebben met slakken in hun tuin moeten ’s morgens absoluut hun groentebedden water geven. Zo droogt de grond goed op tot de avond dat de slakken echt actief worden. Dit maakt het moeilijker voor de weekdieren om zich te verplaatsen, omdat ze meer slijm moeten produceren en daardoor meer water verliezen.

2. een automatisch irrigatiesysteem installeren

Water is het belangrijkste voedings- en werkmateriaal voor de planten en de doorslaggevende factor voor een goede oogst in de moestuin. Een op de behoefte afgestemde voorziening van deze kostbare nattigheid kan echter nauwelijks worden gegarandeerd met een gieter of tuinslang. Het is zeer verstandig om tijdens het seizoen een irrigatiesysteem in de groentebedden te installeren, bijvoorbeeld het Kärcher Rain System. Dit is een irrigatiesysteem met verschillende modules die individueel kunnen worden aangepast aan de behoeften van uw moestuin. Afhankelijk van de samenstelling van de afzonderlijke componenten komt het water direct in het wortelgebied van de afzonderlijke planten terecht. Op deze manier wordt niet alleen zuinig en efficiënt met water omgesprongen, maar wordt ook voorkomen dat de bladeren steeds nat worden – schimmelziekten komen veel minder vaak voor.

Zogenaamde druppelmanchetten voorzien individuele planten direct van druppelaars. Ze kunnen op elk punt van de slang worden bevestigd. Als u een groter oppervlak wilt besproeien, kunt u het beste gebruik maken van spuitmanchetten, waarvan de verstelbare sproeiers naar wens kunnen worden aangepast. Omdat alle soorten manchetten kunnen worden gecombineerd, kan het Kärcher Rain System individueel worden aangepast aan elke grootte van de tuin en de beplanting. U kunt zo’n irrigatiesysteem ook aansturen met automatische besproeiingsmachines zoals de Kärcher ST 6 Duo eco!ogic – uw planten worden dus automatisch van water voorzien als dat nodig is.

Irrigatiesystemen zoals het Kärcher Rain System leveren het water daar waar het nodig is: in het wortelgebied van de planten. Spuitbussen (linker foto) zijn ideaal voor oppervlaktebesproeiing, terwijl druppelbussen (rechter foto) worden gebruikt voor gerichte besproeiing direct op de plant.

3. de bladeren niet bevochtigen

Let er bij het geven van water aan uw groentebedden op dat u de bladeren van de planten niet nat maakt. Achtergrond: Vochtige bladeren zijn een poort voor schimmels en bacteriën die verschillende plantenziekten kunnen veroorzaken. Tomaten zijn bijzonder gevoelig, maar ook pompoenen en courgettes worden vaak aangevallen door bladschimmels. Uitzondering: Als het lang niet geregend heeft, moeten bladgroenten zoals spinazie en sla een paar dagen voor de oogst een keer in de ochtend goed besproeid worden met water. Hierdoor wordt het stof van de bladeren gespoeld en is het schoonmaken later minder vervelend.

De handigste manier om de grond te besproeien is met een tuinslang en een lange besproeiingsstang – een goed alternatief is een besproeiingssysteem (zie tip 2).

4. besproeiing met regenwater

Regenwater is het optimale water voor alle tuinplanten – zelfs voor groenten. Het is niet alleen gratis, het is ook vrij van mineralen en laat dus geen kalkvlekken achter als je de bladeren water geeft. Bovendien is het alleen bij besproeiing met regenwater mogelijk om de hoeveelheid mineralen – met name het kalkgehalte – die tijdens een seizoen aan de bodem wordt toegevoegd, nauwkeurig in te schatten door middel van een passende bemesting.

Degenen die een grotere tuin hebben, moeten overwegen om een ondergrondse stortbak te installeren, die rechtstreeks wordt gevoed vanuit de regenwaterleiding van het huis. Zo is er ook in droge zomers voldoende regenwater beschikbaar. Bij een tuinpomp (bijvoorbeeld van Kärcher) is de waterafvoer zeer eenvoudig: het apparaat heeft een drukschakelaar die de pomp automatisch inschakelt als bijvoorbeeld het ventiel van de automatische besproeiingsinstallatie wordt geopend en de waterdruk in de toevoerleiding daalt.

5. regelmatig groentebedden schoffelen

De regel van de tuinman “Schoffelen bespaart eens drie keer water geven” is waarschijnlijk door elke tuiniersvriend gehoord. En er is inderdaad iets van waar: als de grond lange tijd onbewerkt blijft, ontstaan er fijne verticale buisjes – zogenaamde capillairen – waardoor het water naar de bovengrond stijgt en aan het oppervlak verdampt. Door te hakken worden de haarvaten net onder het oppervlak tijdelijk vernietigd en blijft het water in de bodem staan. Daarnaast is een mechanische grondbewerking natuurlijk ook de belangrijkste maatregel om ongewenste wilde kruiden in het groenteplateau in toom te houden – vooral omdat ook zij met hun wortels voortdurend water uit de bodem halen.